Voorwoord disciple
In het leven van de discipelen van Jezus kunnen we drie groeifasen ontdekken. De eerste fase is dat de discipelen Jezus volgden, ze luisterden naar zijn woorden en keken toe wat Jezus deed. In de tweede fase zien we dat er een samenwerking tussen Jezus en zijn discipelen ontstaat. Nadat zij Jezus hadden gevolgd, leerde Jezus zijn volgelingen hoe ze niet alleen een volgeling konden zijn, maar ook een leerling of discipel. In de tweede fase wordt een volgeling een leerling of discipel. Iemand die net zo wil leven als de persoon die hij/zij volgt. De discipel volgt niet alleen, maar gaat ook toepassen wat hij/zij hoort van Jezus. Na een periode van training geeft Jezus zelfs macht aan deze discipelen om hetzelfde te doen als wat hij deed. Hij verkondigde het koninkrijk van God, genas zieken, bevrijdde bezetenen en vergaf zonden. Jezus zendt zijn discipelen vervolgens uit naar diverse steden. Na een poosje komen ze dan weer terug en praten over alle gebeurtenissen.

De derde fase begint onverwacht voor de discipelen. Jezus wordt opgepakt, veroordeeld en uiteindelijk gekruisigd. De discipelen hadden Jezus hierover horen spreken, maar wisten niet wat hij nu eigenlijk bedoelde.

Alle discipelen waren in een shock, omdat hun leider dood was. Evenzo onverwacht keerde Jezus terug uit de dood. Hij verscheen eerst aan een paar vrouwen en daarna aan zijn twaalf discipelen. Uiteindelijk hebben wel 500 mensen hem levend gezien. Jezus’ opdracht was heel duidelijk: “Verkondig wat ik je heb geleerd over het koninkrijk, eerst in Jeruzalem, dan in Judea en Samaria en dan over de hele wereld. Ik zal met jullie zijn!” Nadat de discipelen in Jeruzalem gewacht hadden op de Heilige Geest en hem ook ontvingen, vertrokken zij om overal mensen te dienen met het goede nieuws over het koninkrijk. Dit is de derde fase: Serve. Overal waar ze naartoe gingen, kwam dat koninkrijk, net als in de dagen van Jezus.

Deel drie was het laatste deel van de fase follow. In de fase follow heb je geleerd wat het koninkrijk van God is, wie die God van het koninkrijk is en hoe je erin komt.

In de volgende fase is het tijd om te leren hoe God jou ziet in het koninkrijk. In deel 4 leer je wie je eigenlijk voor God bent en wat je erfenis is. Deel 5 helpt je om in dat koninkrijk met God te wandelen en met je medemensen. Deel 6 behandelt een paar belangrijke principes die in het koninkrijk van God gelden. Het zijn waarden die God heeft gegeven om in vrede met elkaar te kunnen leven in dat koninkrijk.